Met de overnemen van een bedrijf stap jij een tijdrovend en intensief traject in, dat je met behulp van een team aan specialisten succesvol wilt volbrengen. Een van de eerste vragen die beantwoord wordt: hoe financier jij de aankoop? Wij spraken overnamespecialist Jan van der Maale over de aandachtspunten in dit proces.
Het aankoopbedrag is de prijs van de aandelen in een bedrijf. Overname van het personeel en onroerend goed zijn daarbij inbegrepen. Om die overname te bekostigen heb je de keuze uit meerdere financiers. De bank en jij als koper zijn er daar twee van.
Een bedrijfsovername financieren
De koop wordt vaak in een verhouding van 60-20-20 gefinancierd. “Bij de ideaal opgebouwde aankoopsom neemt de koper zo’n 20 procent van het bedrag op zich”, weet overnamespecialist Jan van der Maale. “De bank financiert 60 procent en de verkopende partij neemt de overige 20 procent voor zijn rekening.”
Met hulp van een financieringsspecialist vind jij de juiste balans tussen financieren met eigen vermogen en met hulp van investeerders.
1. 20% Eigen vermogen
Voldoende eigen vermogen is essentieel voor de financiering van jouw aankoop. Een bedrijf dat voor het grootste gedeelte vaart op leningen is een risico op het moment dat de inkomsten een periode minder zijn en jij niet aan de aflossingsplicht kan voldoen. Genoeg liquiditeit maakt jou daarnaast minder afhankelijk in bijvoorbeeld crisistijd.
De complete aankoopprijs van een onderneming financieren met eigen vermogen is een te groot risico. Aan de andere kant wil jij jezelf niet aan teveel financierders binden. Alle investeerders moet op de hoogte worden gehouden en dat kost veel tijd en moeite. Kies je wel voor stapelfinanciering, zorg er dan voor dat je met alle investeerders exact dezelfde afspraken maakt qua groei en beloften. Dat verlicht de communicatie.
2. 60% De bank
Hoeveel procent van de aankoopsom de bank exact betaalt, is afhankelijk van de kasstromen van het bedrijf en of jij kan voldoen aan de rente- en aflossingsverplichtingen. Leg de bank een best- en worstcasescenario voor. Wat doe je als de markt 5 of 10 procent tegenzit? Ben jij bijvoorbeeld in staat om leasetermijnen vooruit te schuiven of leasecontracten te annuleren? Voor eventuele beren op de weg, bied jij direct oplossingen. Zo zorg jij voor vertrouwen.
“Een bank is een risicomijdende investeerder en wil inzicht in jouw complete huishoudboekje. Zorg bij een financieringsaanvraag dat je de dreigingen die de bank ziet, kan weerleggen.”
Jan van der Maale
Bij een bedrijfsovername wil een bank daarnaast een helder beeld van de verhouding tussen de waarde van de onderneming en de schuldenlast. Je kijkt daarvoor naar de EBITDA: de winst voor aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen. Dit geeft het kasgenererend vermogen van een bedrijf weer en is daarmee een graadmeter voor de vitaliteit van een onderneming.
Als indicatie voor de waarde van een onderneming hanteer je gemiddeld 4 tot 6 keer de EBITDA. Het exacte cijfer is afhankelijk van de bedrijfsgrootte en de branche. Jan: “De EBITDA geeft daarnaast inzicht in jouw inkomsten in de kasstroom. Mede daarop baseert de bank de hoogte van de lening.”
Deze vragen stelt de bank als jij financiering voor jouw bedrijfskoop aanvraagt:
- Hoe rendabel is het bedrijf dat jij wilt overnemen?
- Wat is het onderscheidend vermogen van de onderneming?
- Waar zit de toegevoegde waarde?
- Wat is jouw geschiedenis als ondernemer?
- Ben jij in staat de klantencontacten te onderhouden zoals de voormalige eigenaar dat deed?
- Welke zekerheden zijn er? Hoe is het gesteld met de solvabiliteit?
3. 20% De voormalige eigenaar
Voor de koper is het gunstig als de verkopende partij een gedeelte van de aankoop financiert. Bijvoorbeeld middels een earn-out regeling. Volgens Jan is dat in de praktijk maximaal 25 procent. De verkoper blijf zo nog zijdelings betrokken bij zijn onderneming of behoudt aandelen. En het is op die manier voor jou als koper makkelijker om de verkoper betrokken te houden en hiermee het risico van de aankoop van het bedrijf te verlagen.
“De huidige tendens is dat ondernemers steeds vaker kiezen voor een pre-exit. De ondernemer verkoopt 80 procent van de aandelen en houdt 20 procent zelf. In de jaren die volgen, zoeken beide ondernemers een geschikte opvolger. Zo zorgt de aanvankelijke eigenaar dat het bedrijf minder afhankelijk van hem wordt en hij toch betrokken blijft.”
Jan van der Maale
We onderscheiden twee vormen:
- Vender loan: een deel van de verkoopprijs die de verkoper als achtergestelde lening ter beschikking stelt. De koper hoeft zo minder te lenen bij de bank en kan laten zien dat de verkoper vertrouwen heeft in de groei van de onderneming na overname.
- Earn-out: een regeling waarbij de uiteindelijke verkoopprijs afhankelijk is van toekomstige resultaten. De koper is dus een deel van de prijs pas verschuldigd nadat een of meer afgesproken prestaties binnen een bepaalde periode behaald zijn.
Alternatieve financieringsvormen
Een deel van de financiering kun je halen uit crowdfunding, directe lening of participatiemaatschappijen. Of je vindt in een collega-ondernemer een zogenoemde informal investor. Jan: “Er zitten wel haken en ogen aan deze financieringsvormen. Deze investeerders zitten op de laatste stoel om terugbetaald te worden. In ruil voor die wachttijd en het risico dat dit met zich meebrengt, rekenen zij een hogere rente. Daarbij willen investeerders resultaten zien en op de hoogte gehouden worden. Dat kost tijd en zorgt tevens voor meer administratief werk.”
“Geef al je investeerders dezelfde openheid van zaken. Wees transparant over de uitgaven en geef inzicht in de geldstromen. Zo manage je verwachtingen en voorkom je wantrouwende investeerders.”
Jan van der Maale
Zoek je hulp bij bedrijfsovername? Laat een specialist jouw optimale financieringsstructuur vinden zodat jij je kunt focussen op het overnametraject.